naar overzicht

De vrouwelijke cijferlijst

‘Het is een beste meid, maar ze is natuurlijk wel blank en vrouw. Dat mag ze zich wel iets meer realiseren.’ De opmerking van de Keniaanse arts was even eerlijk als verontrustend. Ik had het gevaar van de nationaliteit van mijn promovendus wel goed ingeschat. Maar voor het probleem van het vrouw zijn tussen voornamelijk mannelijke artsen en onderzoekers, had ik geen oog gehad. Een blinde vlek waar ik me steeds bewuster van word. 

In augustus stonden de kranten vol met een schijnbaar zeer opzichtige vorm van seksisme. De prestigieuze Tokyo Medical University had bij het loodzware toelatingsexamen de cijfers van vrouwelijke kandidaten bewust verlaagd om meer mannen toe te kunnen laten. De universiteit zou de strategie toepassen om er zeker van te zijn dat de toekomstige artsenpopulatie voor tenminste twee derde uit mannen zou bestaan. Dat klinkt als pure discriminatie. Toch is ook een alternatieve verklaring mogelijk. Mannen zouden wel eens veel minder efficiënt kunnen zijn, waardoor je twee mannelijke artsen nodig hebt om het werk van één vrouw te verzetten. Aanwijzingen hiervoor werden in dezelfde maand in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) gepubliceerd. Amerikaanse patiënten hadden bij een hartaanval een significant grotere kans dit te overleven als hun arts vrouw was. Hoewel de vrouwelijke artsen gemiddeld een ton minder verdienden dan hun mannelijke collega’s, bleken ze beter in staat sterfte te voorkomen bij mannelijk en vooral bij vrouwelijke patiënten. Dit voorbeeld is uiteraard schokkend. Niet alleen zet het grote vraagtekens bij de salariëring van medisch specialisten, het suggereert ook dat de Japanse universiteit wellicht zeer vooruitstrevend handelde. Mannen moeten, ondanks hun beperkte vaardigheden, immers ook een kans hebben om arts te worden. Helaas brengt dit participatiemodel voor minderbedeelden wel een risico voor de patiënt met zich mee. Dat risico is misschien te compenseren door meer mannen op te leiden. Ander onderzoek laat immers zien dat mannen vooral graag met elkaar samenwerken; wellicht valt met deze gedeelde onkunde de schade voor de patiënt enigszins te beperken.

Het onverbloemde seksisme op de Japanse universiteit is natuurlijk schokkend. Maar in mildere vormen is seksisme natuurlijk overal. En geregeld ontgaat het me volledig. Bij een recente bijeenkomst die ik organiseerde voor de Wereldgezondheidsorganisatie waren de vrouwen, ondanks mijn pogingen tot een evenwichtige verdeling, fors in de minderheid. Tenminste, tot het moment waarop notulisten gekozen moesten worden. Toen was ineens 100% vrouw.  Het was mijzelf niet opgevallen maar een Britse onderzoekster wees me er gelukkig op. Ik meldde de internationale groep experts dat je met zo’n scheve verdeling nog weg kon komen in de tijd dat een leesbaar handschrift een argument was maar datTimes New Roman nu eenmaal Times New Roman blijft, onafhankelijk van het geslacht van de typist. Na een ongemakkelijk gemompel meldde een man zich als vrijwilliger. Over een nog bedekter vorm van seksisme werd eerder dit jaar gepubliceerd, eveneens in de PNAS. Mannelijke wetenschappers worden meestal aangeduid met hun achternaam, vrouwen met hun voor- en achternaam. Darwin en Einstein versus Marie Curie en Jane Goodall. Dat lijkt onschuldig maar uit het onderzoek bleek overtuigend dat het meeste gewicht wordt toegekend aan de uitspraken van mensen van wie enkel de achternaam genoemd wordt. Opnieuw vrouwen op achterstand. Bovendien geeft het fenomeen aan dat het mannelijke geslacht nog steeds de standaard is in de hogere regionen van de wetenschap. Misschien kunnen patiënten als eerste hiertegen in opstand komen. Hun leven hangt er immers vanaf.

Bronnen:

How gender determines the way we speak about professionals. PNAS 2018; 115(28):7278-7283.

Patient–physician gender concordance and increased mortality among female heart attack patients. PNAS 2018;115(34):8569-8574. 

The gender pay gap for women doctors is big -- and getting worse. CNN March 14, 2018