naar overzicht

Helemaal zelf gedaan

‘Het is er nog steeds niet veilig’, zegt Emmanuel terwijl hij in zijn espresso roert. Onderweg naar Kampala nemen we een koffiepauze in een wegrestaurant aan de Witte Nijl. Emmanuel is een zeer begaafd wiskundige die een promotieproject doet aan een Britse universiteit. Een paar jaar geleden is hij gevlucht uit het onstabiele oosten van zijn geboorteland, de Democratische Republiek Congo. We werken al jaren samen in een project, nét aan de Oegandese kant van de grens. Vanuit Oeganda kon hij de geweerschoten in zijn geboortedorp soms horen, al kwam hij er jaren niet.  Als vluchteling werd hij in eerste instantie met argusogen bekeken. ‘De Oegandezen zagen me als een gelukszoeker’.

We leven in een meritocratie waarin ieders positie is gebaseerd op zijn of haar verdiensten. Tenminste, dat willen we graag geloven. Het klinkt lekker eerlijk, vooral als het goed met jezelf gaat. Terwijl een ‘gelukszoeker’ als Emmanuel niet automatisch respect afdwingt, gonst het vaak van de zelfgenoegzaamheid bij maatschappelijk succes. Zeker ook in het academisch ziekenhuis. Wat hebben we er allemaal hard voor gestudeerd en wat werken we hard! De status en het riante salaris zijn oh zo welverdiend. Die redenatie heeft me altijd wat verbaasd. Het wetenschappelijk bewijs voor een significante eigen rol in maatschappelijk succes is namelijk tamelijk dunnetjes. Het is natuurlijk evident dat Donald Trump Jr. en Paris Hilton geboren werden voor succes. Paris Hilton, met een eigen vermogen van 300 miljoen dollar, is zo ver heen dat ze nog nooit van de Amerikaanse supermarktketen Walmart had gehoord en gokte dat daar muurspullen verkocht werden. Zij werd in zo’n excessief rijke familie geboren dat zowel het gebrek aan realiteitszin als het automatisme van eigen succes onvermijdelijk waren. Geboren als wit jongetje in een absoluut topland qua welvarendheid, educatie en veiligheid, was mijn startpositie bijna net zo goed. Misschien zelfs nog beter: ik wel durf te beweren dat ik qua intelligentie iets fortuinlijker ben geweest dan Paris. Intelligentie is immers ook deels erfelijk en dus puur geluk. Wat rest er dan nog van onze eigen inbreng? Ambitie en hard werken. Dat is je eigen verdienste, toch? Misschien ook niet helemaal, zo bleek uit een recente publicatie in de PNAS. Daar werd gekeken naar factoren die bepalen of je klimt op de sociale ladder. De ultieme indicator van eigen verdienste, dunkt me. In een prospectieve studie met meer dan 20.000 personen uit 3 landen werd gekeken naar de invloed van een genetische score voor hoger educatieniveau op sociale mobiliteit. De onderzoekers wisten overtuigend aan te tonen dat ook je groeikansen in de maatschappij sterk genetisch bepaald zijn.  Mensen met een hoge ‘genetische educatiescore’ hebben grotere kans school af te maken, hebben meer succes in hun carrière en een hoger inkomen. Een hoge score van je moeder is daarnaast sterk voorspellend voor de kansen van haar kinderen. Bovendien bepaalt dezelfde score je groeikansen ten opzichte van broers of zussen, onafhankelijk dus van je omgeving. De kans dat je klimt op de sociale ladder is dus voor een flink deel bepaald door een gunstig genetisch profiel. Dat is op zijn minst een nuttige kanttekening te noemen bij je eigen inbreng op succes. 

Ik ben recent benoemd als hoogleraar. Dat zie ik niet zozeer als bewijs voor eigen excellentie maar  vooral als een mooie illustratie van mijn gelukkige afkomst en mooie genen (al is die vroege kaalheid wel wat jammer). En dat voetstuk: laten we dat bewaren voor mensen als Emmanuel.

Bron: Belsky et al. Genetic analysis of social-class mobility in five longitudinal studies. Proc Natl Acad Sci U S A. 2018;115(31):E7275-E7284.