naar overzicht

Wereldwijde doorbraken en stinkende sokken

‘Toevalsbevinding betekent doorbraak in de wereldwijde strijd tegen malaria’, kopte een krant. Eén journalist suggereerde zelfs analogie met de beroemde mislukte experimenten in het laboratorium van Louis Pasteur die aanleiding gaven tot nieuwe inzichten in immunisatie. Het hele proces, van ontdekking tot media-aandacht, illustreerde zowel serendipiteit als de uitdaging om wetenschappelijke nuance te vertalen naar een breed publiek.

Het begon met een mislukt experiment met een diermodel voor malaria. De muggen die besmet moesten raken met malaria, stierven massaal. De enige aannemelijke verklaring was het feit dat de proefdieren een dag eerder waren ontwormd met ivermectine. Deze ontdekking deed in eerste instantie weinig stof opwaaien. Het werd gepresenteerd op een klein Nederlands congres maar de data verdwenen in een lade in een Nijmeegs bureau. Totdat ik aan de koffietafel vertelde dat mijn Keniaanse malariapatiënten zelfs na effectieve behandeling nog dagenlang in staat bleken hun infectie aan muggen door te geven. ‘Kunnen we geen middel ontwikkelen dat muggen doodt totdat malariapatiënten niet meer besmettelijk zijn?’, verzuchtte ik. Het verslagje van het mislukte dierexperiment kwam tevoorschijn. De matrixprint en het kettingpapier deden even de jaren tachtig herleven op het lab en vormden het startpunt voor een nieuwe strategie tegen malaria.

Om sluitend bewijs te leveren over de werking en veiligheid van ivermectine in combinatie met malariamiddelen ontwierpen we een klinische studie in Burkina Faso. Gedetailleerd en degelijk, al fronste de monitor wel even bij het zien van onze muggenexperimenten. Terwijl de moleculaire en klinische laboratoria brandschoon waren en alle handelingen streng geprotocolleerd, oogden de muggenexperimenten in Ouagadougou voor een buitenstaander onwaarschijnlijk rommelig. Schoonmaakmiddelen en kraanwater waren uit den boze. We gebruikten water uit een lokale put in combinatie met visvoer en kattenbrokken om onze muggenlarven te kweken. In de ietwat smoezelige kweekruimtes waren de muggen de werkelijke monitors die we tevreden wilden houden. Op drie momenten na behandeling gaven we een kleine hoeveelheid veneus bloed van de studiedeelnemers aan muggen via een membraanopstelling. Om de muggen te stimuleren om een bloedmaal te nemen, voegden we een bron van menselijke geur toe. Dat klinkt wetenschappelijk maar kwam feitelijk neer op mijn sokken. Na een uur hardlopen waren mijn sokken gênant aantrekkelijk voor muggen. Mijn sokken en onze aanpak bleken te werken: ivermectine was veilig te combineren met malariamedicijnen en maakte het bloed van proefpersonen gedurende enkele dagen na ivermectine levensgevaarlijk voor onze 25.187 gekweekte muggen. Een elegante, nieuwe en mediagenieke manier om de verspreiding van malaria terug te dringen! Toch voelde ik mij uiterst ongemakkelijk met de bestempeling ‘doorbraak in de wereldwijde strijd tegen malaria’. Een enkele krant suggereerde zelfs dat onze bevinding ‘honderdduizenden mensen het leven kan redden’. De waarheid is oneindig veel genuanceerder. Onze bevinding is geenszins een magic bullet die in zijn eentje de wereld gaat veranderen. Magic bullets bestaan niet voor malaria en iedereen die dat claimt houdt zichzelf en de maatschappij voor de gek. Het is me geregeld overkomen dat iemand mij vraagt of malaria inmiddels is opgelost, verwijzend naar een of ander artikel uit de krant waarin een wetenschappelijke doorbraak wordt geclaimd. Door de media-aandacht voor onze studie heb ik zelf nu ook bijgedragen aan deze verwarring. Te optimistische berichtgeving is schadelijk voor het publieke vertrouwen in de wetenschap. Met een mogelijke toename van het algemeen publiek bij prioritering binnen de wetenschap moeten onderzoekers nog meer zelfbeheersing tonen en journalisten oog en oor hebben voor nuance. Wat zou het heerlijk zijn als de media enthousiast zou schrijven over het wetenschappelijk proces zonder zich blind te staren op spectaculaire uitkomsten. Het mislukken van experimenten, de inspirerende koffiepauzes en de stinkende sokken van onderzoekers: daar zit toch voldoende verhaal in?